De Bredesloot in Emmer-Compascuum      Door Gerard Steenhuis, geschreven eind 2013 en herschreven juni 2017 1. De Bredesloot bij de brug over de Oostelijke Doorsnee in het overgangsgebied van Barger- Compascuum naar Emmer-Compascuum. In de verte ligt de grens (foto; GS) Dit verhaal vormt het tweede deel van de trilogie over de grensstreek tussen Barger-Compascuum en Emmer-Compascuum. Het eerste deel heet ‘De Zwartenbergerweg’ het hierop volgende deel ‘De Kalkovenwijk’. Zie ook: http://www.achterdebreedesloot.nl/ zwartenbergerweg.htm en http://www.achterdebreedesloot.nl/ kalkovenwijk.htm Ga je tussen het Van Echtenskanaal in Zwartemeer en de Kalkovenwijk in Emmer- Compascuum de grens over dan ben je op een gegeven moment de Breede Sloot gepasseerd. De sloot ligt ruim een halve kilometer vanaf de grens en is soms zichtbaar. Niet altijd, dan is het watertje verstopt onder de begroeiing of zelfs helemaal verdwenen. Sinds 1862 bestaat deze greppel, waarvan weinig mensen kennis hebben. In Emmer-Compascuum is de woonstreek Bredesloot naar deze watergang genoemd. Meerdere personen beschrijven de buurt uit de tijd dat de eerste bewoners nog op het bovenveen wonen. Het zijn Willem Arling, Roef Feringa en F. en K.F. Geerdink. Sietse van der Hoek geeft een losse beschrijving van een aantal bewoners. De kaart van 1910 laat bewoning zien op de oostoever van de Breede Sloot. De huizen hier verdwijnen. Een nieuwe woonstreek ontstaat aan de Bredesloot, zoals we die nu kennen. De families Wolters, Trip en Grevinga zijn nazaten van Maria Catharina Wevers. Deze families wonen tot het laatst aan de Bredesloot. Bijna alle huizen zijn hier verdwenen. Op twee na. Het zijn bouwvallen, maar nieuwbouw komt én een koeienboer heeft zich er gevestigd. Op de kaart komt de Bredesloot- in zuid-noord richting- na de Zwartenbergerweg maar voor de Kalkovenwijk. Lees over de Bredesloot! Wat vooraf ging- De naam Breede Sloot In de 18de en 19de eeuw is de grens tussen de gemeente Emmen in Nederland en het Duitse Emsland bepaald. In 1764 wordt het grensconvenant tussen de Republiek der Verenigde Nederlanden en het Duitse Bisdom van Munster gesloten. Met een pennenstreek van een landmeter wordt de kaarsrechte grenslijn op de tekentafel vastgelegd. Van de kerktoren van Wietmarschen tot een punt op de ‘Ubbenbarg’ in het latere Schwartenberg. Grenspalen worden geplaatst. Het moet een hele klus zijn geweest om de palen in het moerasgebied te plaatsen. In 1824 komt nogmaals een ‘Verdrag van Meppen’ tot stand, die ook nu nog geldt. Tot aan de 18de eeuw is niemand geïnteresseerd in de exacte ligging van de landsgrens. Het is water, moeras en veengebied, onbewoonbaar en nagenoeg onbegaanbaar. Boeren uit de aangrenzende zanddorpen laten hun schapen hier grazen. In 1788 sticht de Bisschop van Munster veertien kolonies aan de westrand van het Duitse Bourtanger Moeras. De streek aan Duitse kant raakt bevolkt. Greppels en sloten worden gegraven om het land te ontwateren. Het moeras laat zijn water los en het gebied wordt bewoonbaar. Tegelijkertijd raken Nederlandse ondernemers geïnteresseerd in het veengebied aan de oostgrens van de provincie Drenthe. Ze willen het veenland kopen, afgraven en de turf en bouwland verhandelen.   Ze zien het als belegging. Maar er is een probleem. Duitse boeren uit de plaatsen Lathen, Nieder- en Oberlangen, Altharen, Wesuwe en Versen menen weiderechten te hebben in het aan Nederland toegekende gebied bij het riviertje de Runde. Er doen zich conflicten voor en de beide landsregeringen bemoeien zich ermee. De Duitsers- ze behoren van 1814 tot 1866 tot het koninkrijk Hannover- worden in het gelijk gesteld en de Nederlanders moeten een deel van hun land afstaan. 4/15 deel van het gebied komt in handen van de Duitsers. Boeren uit de grensdorpen Hebelermeer en Schwartenberg worden eigenaar van de strook Nederlands grondgebied, die grenst pal aan hun dorpen. Het ‘aan de Hannoveranen afgestane deel’ ligt van Zwartemeer in het zuiden tot Emmer-Compascuum in het noorden, van het nog te graven Van Echtenskanaal tot de ‘Berg’ bij Zwartenberg. Het gebied heeft een lengte van een kleine twaalf kilometer. Op de kaart wordt de scheidingslijn ingetekend op exact 678 meter ten westen van de landsgrens. Een scheidingssloot met een breedte van twee meter wordt gegraven en krijgt de naam ‘Breede Sloot’. Het is dan 1862 (zie kaart 1). Compascuüm Het zuidelijke gebied, dat tot voor kort gemeenschappelijke weidegrond is van de boeren van Zuid- en Noordbarge én Duitse boeren, heet voortaan Barger- Compascuüm. Het noordelijke gebied, dat tot dan in gemeenschappelijk gebruik is bij de boeren uit Emmen, Westenesch, Weerdinge en Duitsers, krijgt de naam Emmer-Compascuüm. Jus Compascere is Latijn voor ‘recht om samen te beweiden’. Dit verklaart de namen van beide buurdorpen. Eerst nog wordt het grensland verhuurd aan boekweitboeren, die op het veen boekweit verbouwen, schapen houden en aan bijenteelt doen. Voor eigen gebruik graven ze turf. Tientallen Duitse gezinnen, afkomstig uit het aangrenzende Hannover, na 1866 heet het Pruisen, vestigen zich hier. Zij vestigen zich in dit onbekende gebied en worden later bestempeld als pionieren. Hun keten zijn opgetrokken uit berkenbomen en veenkloeten. Het dak is van heideplaggen en stro. De mensen en het vee huizen onder één dak, vaak in één ruimte. Kaart 1. Het grensgebied bij Emmer-Compascuum in de eerste jaren na 1900 (detail van de topografische kaart no 226 Emmer-Compascuum, verkend in 1902 en ged. herzien in 1911) Bij de kaart De landsgrens is de verticale lijn, rechts, aangeduid met ++. Ten oosten hiervan ligt Duitsland, dit is op de kaart uiterst rechts. Links, ten westen ervan, ligt Nederland. Vanuit het zuiden, op de kaart onder, loopt de grens kaarsrecht in noordelijke richting. De eveneens rechte lijn, hier links van, is de Breede Sloot. De afstand van grens tot deze sloot is exact 678 meter. Het gebied tussen de Breede Sloot en de grens heet hier Zwartenberger Veen en behoort tot Emmer-Compascuum. Zwartenberger Veen begint in het noorden ter hoogte van de ‘Berg’ bij Zwartenberg bij Grenspaal (GP) 165. Hier woont tientallen jaren de familie Over. In het zuiden loopt het door tot de lijn, die uitkomt bij Grenspaal 163 IV. Dit is de Verlengde Tweede Groenedijk. Het land hier ten zuiden van heet het Zwartenberger Compascuum, dat tot Barger-Compascuum hoort. Bij GP 165, Zwartenberg (Schwartenberg schrijft de Duitser) gaat de grenslijn met een kleine hoek in oostelijke richting verder naar Ter Apel. In het noorden ligt Munsterscheveld aan het Hoofdkanaal. Vanuit dit kanaal loopt de Kalkovenwijk haaks in zuidoostelijke richting, die halverwege het Zwartenberger Veen naar het zuiden afbuigt. 1/8   Ga naar de volgende pagina