Skip to main content

Twee keer aan het Scholtenskanaal bij Klazienaveen-Noord, Sluis II. Links poseren vader en zoon (foto) Jan Pruim op het erf van hun huis. In de verte staan de bomen langs het Scholtenskanaal. Ik meen zelfs de trambrug over de Willem Albertsvaart te zien. Links staat het transformatorhuisje. De foto is uit circa 1950.

Hetzelfde transformatorhuisje is te zien op de foto rechts, die van ongeveer veertig jaar later is. Sonja Tabak aait een pony op zijn kop, terwijl de andere pony aan de blauwe jas snuffelt. Op deze plek staat anno 2018 het buurtgebouw Sluis II

Door Gerard Steenhuis, april 2018

Het eerste deel van de verbindingsweg tussen Barger-Compascuum en Klazienaveen-Noord heet de Postweg. Het tweede deel de Willem Albertsvaart. De weg is genoemd naar het kanaal dat vanaf het parkeerplaats van het Veenpark aan de rechterzij meeloopt naar Klazienaveen-Noord. Na het passeren van het Scholtenskanaal gaat het kanaal Willem Albertsvaart door in de richting van het Oosterbos (noot 1). De weg heet in de volksmond Karrepad en gaat na de flauwe bocht naar links als Herenstreek naar Nieuw Dordrecht. De weg gaat omhoog en we zijn aangekomen op het meest oostelijke deel van de Hondsrug.

Zie vooraf:

Gerard Steenhuis, Land op de schop, van De Doorsnee tot Krommewijk. Over vervening van Emmer-Compascuum(-zuid), Barger-Compascuum en Klazienaveen-Noord (Barger-Compascuum 2013), de hoofdstukken 19. De Westra’s wiekie, 20. Klazienaveen-Noord, 21. Bij de kerk van De Weerd en 22. Buurtschap Sluis II.

 

Tweede Wereldoorlog. Een aanval op Klazienaveen-Noord

Een buurtbewoner vertelt over een ervaring aan het eind van de oorlog. Het is Hans Snippe (1935) die dan negen jaar is. Hij woont in de buurt van de kerk van De Weerd en is onderweg naar oma Annigje Snippe, naar het huis aan de Willem Albertsvaart zz 10. Het voorval maakt grote indruk op hem.
Op een zekere dag, als de oorlog ten einde loopt, vliegen meerdere jagers over het kanaal van Klazienaveen-Noord. Twee aardappelschepen die daar bij Sluis II liggen worden onder vuur genomen. Het zijn Engelse of Amerikaanse jagers die meerdere keren overvliegen en de schepen van alle kanten beschieten. De piloten hebben opdracht gekregen om de schepen te beschieten. Men denkt dat de schepen Duits oorlogsmateriaal vervoeren. Alle bewoners zijn in hun huizen ondergedoken, de meeste in hun kelders.
Hans Snippe is op dat moment met zijn vriend Harm Eiken in de buurt. Ze zijn net de boerderij van Behrendt gepasseerd. De vliegtuigen vliegen laag over en laten een salvo aan kogels neer op de beide schepen. De jongens vluchten naar het dichtstbijzijnde huis. Naar het huis van bakker Jan Hars. Tinus van der Werf, die net ter plekke is, roept de jongens naar zich toe. Samen zoeken ze dekking aan de goede kant van het huis. Meerdere keren vliegen de jagers over. Laag en trefzeker. Steeds van een andere kant. De jongens snellen binnendoor, door de achtertuinen, naar het huis van Hendrik Middel, de oom van Harm. De familie Middel woont in het tweede huis aan de Willem Albertvaart. Dan verdwijnen de jagers. Langzaam maar zeker komen de mensen uit hun schuilplaatsen. De lucht klaart op. Een zucht van verlichting gaat door de buurtschap Sluis II.
Gerard Vroling (1926) beschrijft ook dit moment. Zijn ouders Alexander Vroling (1890-1954) en Johanna Theresia Mulder (1890-1971) laten rond het einde van de Eerste Wereldoorlog een woonhuis met smederij bouwen aan het Scholtenskanaal oz 28. Naast Jan Wasser die getrouwd is met vader’s oudste zus Mina. Alexander Vroling is de eerste tijd in de kost bij een gezin aan de Catovaart. Het echtpaar trouwt in 1919. Vroling staat bekend om het smeden van goed veengereedschap. In die tijd is de vervening druk gaande.
Gerard is op het moment dat de schepen in de sluis onder vuur staan niet ondergedoken in de kelder van zijn ouderlijk huis. Samen met vader en oudste broer Albert hebben ze zich in de tuin verdekt opgesteld. De jongens willen met eigen ogen de beschietingen zien. Het zijn gevaarlijke momenten. Een schip dat in de Nije Wieke ligt wordt lek geschoten en zakt dieper het kanaal in. En in de slaapkamer van zijn vriend Douwines Hars raakt een kogel de zijkant van het bed.

Kogel in transformatorhuisje

Ook Gerard’s jongere zus Bep (1932) kan zich het gebeuren nog heugen. Bep vertelt over haar jeugdjaren in deze buurtschap. Haar oudste broers en zussen bezoeken de eerste jaren de openbare school van Klazienaveen-Noord. Zij gaat direct naar de Sint Theresiaschool in Barger-Compascuum, die vanaf 1929 voor katholiek onderwijs zorgt. De kinderen gaan te voet over de hei naar het erf van Harm Rolfes, het eerste huis in de Berkenrode. Daar sluiten ze zich aan bij de kinderen uit deze buurtschap en te voet gaat de groep verder. Veel geld heeft de familie Vroling niet omhanden, wel tien kinderen.
Ze vertelt over de groep jagers die de aardappelschepen bij hun woonhuis beschieten. Het is alsof ze praat over de dag van gisteren. Moeder en de kinderen hebben zich opgesloten in de kelder. Een salvo aan kogels daalt buiten neer op de boten in het Scholtenskanaal, het water en de oevers. Een kogel treft het transformatorhuisje (zie kaart 1, 38) en boort zich vast in de muur. De kogel zit er nog.

Brug opgeblazen

Gerard Vroling vertelt me dat op de tiende mei 1940, de dag dat de Duitsers Nederland binnenvallen, de brug over de Willem Albertsvaart is opgeblazen. Tegenover de brug, bij het huis van sluiswachter Blauw, is een provisorische kazemat gebouwd. Het is niet een stenen kazemat zoals wie die elders kennen. Het is een in de grond uitgegraven ruimte met een dak erop. De schietgaten zijn gericht op het oosten en vanuit deze gaten schieten de soldaten op vliegtuigen die vanuit Duitsland komen overvliegen. De soldaten brengen de brug tot ontploffen. De groep soldaten is  ingekwartierd in de openbare school, maar luitenant Scholten ‘vaandrigman’ zegt Gerard, afkomstig uit Noord-Holland, verblijft in het huis van smid Vroling. Gerard kan zich dit goed herinneren omdat het deze man is die Gerard leert schaken.

Buurtschap Sluis II op de kaart

Kaart 1. Kaart van de buurtschap bij Sluis II in Klazienaveen-Noord tussen de beide wereldoorlogen

  1. Scholtenskanaal
  2. Willem Albertsvaart, oostelijke deel, ‘Meuln wieke’
  3. Willem Albertsvaart, westelijke deel ‘Nije wieke’
  4. Catovaart
  5. Scholtenskanaal wz
  6. Scholtenskanaal oz
  7. Weg Willem Albertsvaart
  8. Oude Zwarteweg
  9. Maatschappijweg-Berkenrode
  10. Karrepad
  11. Herenstreek
  12. Oude loop van weg Barger-Compascuum-Nieuw Dordrecht
  13. Trambrug over Scholtenskanaal
  14. Brug van Blaauw
  15. Trambrug over Willem Albertsvaart
  16. Roelof Kreeft
  17. Jan Snijders
  18. Speller
  19. Hendrik Snijders
  20. Kornelis Tabak, Hendrik Tabak
  21. Gerrit Jan Tabak
  22. Harm Hoogeveen, Jan Wolbers
  23. Hendrik Middel, Geert Fuhler
  24. Job Ebeltjes, Geert Pruim
  25. Brugt Kiviet
  26. De neringdoeners aan het Scholtenskanaal oz; kruidenier Jan en Pietje Rozema, bakker Hars, manifacturen Prummel, café en winkel Wasser, later Kuipers en smederij Vroling, later Tabak
  27. Sluiswachtershuis van Geert Blaauw
  28. Zetboer Kasper Behrendt
  29. Brugwachtershuis Pruim-Wever               
  30. Jongens van Snijders
  31. Openbare lagere school met meestershuis  
  32. Jan Eikens, Willem Snippe en in de buurt ook een familie Witvoet en Arend Wolbers
  33. Rieks Egbers
  34. Adelheid de Groot ‘Lude Ollaid’ 
  35. Annigje Snippe
  36. Hendrik Karstenberg
  37. Huis van Speller op Oude Zwarteweg 3
  38. Transformatorhuisje

 

Pagina's: 1 2 3 4 5 6

Leave a Reply