Skip to main content

Links; de familie Pruim onder de bomen voor hun huis bij de trambrug. Aan de andere kant van het kanaal staat de school met meesterswoning. Vlnr, Hennie Hars, kennelijk in dienst, met voor zich Roelie Pruim, Gees Pruim, Hendrik Kiviet en voor zich opa Jan Pruim.

Rechts; Jan Pruim sr. bij de trambrug op dezelfde locatie. De beelden dateren van 1946 (foto’s; Jan Pruim jr.)

Brugwachtershuis

Dan zijn we aangekomen aan het Scholtenskanaal bij het voormalige brugwachtershuis (29) op nummer oz 17. De familie Jan Pruim bedient tot kort voor de Tweede Wereldoorlog de trambrug (13). De tram komt sinds 1907 van Klazienaveen en wisselt hier van de westzijde naar de oostzijdeoever. Eind jaren dertig stopt de DSM hier met de tram. In 1943 zijn de ijzeren rails gedemonteerd. De bezetter heeft voor de wapenproductie veel ijzer nodig. De brug blijft nog lange tijd liggen. Marinus Brokmann, de huidige bewoner van het huis op oz 17, kan zich nog herinneren dat in de tijd dat hij verkering heeft met Ginie Wever de brug er nog ligt. Het is dan 1969. Ginie is dochter van Berend Wever en Roelie Pruim en kleindochter van ‘oude’ Jan Pruim, de achtereenvolgende bewoners van het huis. Aan de weg tussen dit huis en de Willem Albertsvaart bouwt de Maatschappij Klazienaveen in 1958 een aardappelbewaarplaats, door de mensen ‘poterhut’ genoemd. In 1999 brandt de schuur af (noot 5). Nadien bouwt de Gasunie hier een gasontvangststation.

Het voormalig brugwachtershuis op Scholtenskanaal oz 17. Berend Wever en Roelie Pruim staan in de deur (foto; Marinus Brokmann)

De poterbewaarplaats van de Maatschappij Klazienaveen (foto; Trijn Tabak)

Ook de scheepvaart door het Scholtenskanaal stopt in de jaren zestig. Eind jaren zestig is de trambrug over het Scholtenskanaal opgeruimd. Evenals de trambrug over de Willem Albertsvaart en de gewone brug van Geert Blaauw (14, 27). Met het wegvallen van de scheepvaart heeft Sluis II geen functie meer en wordt ze gedemonteerd. Men dempt vanaf de Catovaart tot over de kruising de Willem Albertsvaart en het Karrepad (10) wordt tot aan de Herenstreek (11) beklinkerd. Het verkeer uit Barger-Compascuum dat naar Emmen wil, kan nog altijd het oude pad rechtsaf, via het Scholtenskanaal en bij de kerk van De Weerd linksaf, over Barger-Oosterveld kiezen. Een andere mogelijkheid doet zich vanaf de zomer 1969 voor. Rechtdoor over het Karrepad en Herenstreek, in Nieuw Dordrecht rechtsaf over de Klazienaveensestraat naar Barger-Oosterveld. En dan door naar school of werk in Emmen.

 

Krotwoning aan Karrepad 64 te Barger-Compascuum, vemeldt het archief van de gemeente Emmen

Grafmonument van Hendrikus Egberts op het kerkhof van Nieuw Dordrecht. Hij is dan al vijftien jaar weduwnaar van Riksien Wolbers (1909-1965)

Rieks Egberts

De keet van Rieks Egberts (33) aan het Karrepad-zuid staat nog lang in het veld. Het weggetje leidt over het bovenveen en, verder naar het noorden, over het dal naar het Karrepad, de verbinding tussen Scholtenskanaal en de Herenstreek. De emmer buiten de deur zal voor de sik bedoeld zijn. Rieks Egberts werkt een tijdlang als veenarbeider bij Minne Wehkamp in Barger-Compascuum. Hij moet met een tonnetje haring de persploegen in het veen bezocht hebben om de jongens een haring te verkopen. Gekscherend wordt hij ‘Haring Rieks’ genoemd. Ook komen in de winter buurtbewoners bij hem thuis om hun schaatsen te laten slijpen. Verderop woont ene Witvoet en Arend Wolbers. Wolbers heeft een sikkebok bij huis lopen. ‘Sikkebokken stinken enorm’. Hij houdt konijnen en jongens uit de buurt doen hier hun konijnen ‘bij de ram’.

Oud pad over het bovenveen

De keet staat aan de oude bovenveenweg (12) die vanaf het oude centrum van Barger-Compascuum, vanaf Café Wilken, in rechte lijn naar de Herenstreek loopt. De ligging is een kleine vijftig meter ten zuiden van de latere Willem Albertsvaart (noot 4). Het huis van ‘Haring Rieks’ is in 1983 afgebroken en geldt als laatste krotwoning in de gemeente Emmen. 1983! Het Karrepad is dan al bijna vijftien jaar beklinkerd. Schoolgaande jeugd uit Klazienaveen-Noord en Barger-Compascuum fietst daags twee keer op een kleine afstand langs het huis. De eerste keer de Herenstreek op en de tweede keer de Herenstreek af. Ook ik was hierbij in de jaren 1968-1975. Nooit geweten dat daar een keet heeft gestaan. Ik weet zeker dat ik dan wel even was wezen kijken. Ja!

Anna Helena ‘Lene’ Robben en Johan Herman ‘Harm’ Gerth in hun huis aan het Scholtenskanaal (foto; Johan Tiben)

Prehistorische veenweg

Dit oud pad moet niet verward worden met de prehistorische houten veenweg die ligt tussen de Veldweg en de Herenstreek in oostelijke richting tot aan het huidige Karrepad. Gerard Vroling praat er enthousiast over. Hij moet een jaar of twaalf geweest zijn, dus 1938, dat er bericht wordt over dit pad. Veengravers zijn bezig met het deel ten zuiden van de Nije Wieke af te graven en de mannen komen op twee meter diepte een lange rij bomen tegen. Ze graven op dat moment vanaf de Hondsrug in de richting van Klazienaveen-Noord. Gerard vertelt dat als hij de lijn doortrekt naar het oosten, hij bij het huis van buren Prummel aan het Scholtenskanaal uitkomt. Dit pad stamt uit het Neolithicum, de Jonge Steentijd, heeft een lengte van duizend meter en een breedte van drie meter. Breed genoeg om een kar erover te laten rijden (noot 6).

 

Scholtenskanaal oostzijde

Johan Tiben (1938-2014) vertelt mij over zijn grootouders Johan Herman Gerth en Anna Helena Robben die omstreeks 1950 een veenbedrijf hebben aan het Scholtenskanaal oz en veen afgraven in het gebied tussen dit kanaal, de Willem Albertsvaart en de Westra’s wijk. De ondergrond is eigendom van Lambers uit Nieuw Amsterdam.

Persmachineploeg van Harm Gerth bij de Runde. Vlnr, staand; M. Moes, Auke Moes, Jans Gerth, onbekend, L. Bloemberg, T. Bloemberg, H. Akkerman, L. Bergsma, Ginus Bloemberg en J. Kaspers (foto’s; Johan Tiben)

Oma Lena Robben komt uit het huis van de familie Robben-Kramer, dat gestaan heeft ter hoogte van de huidige Rundedalbrug aan de Zwet. Opa Gerth komt van de Westra’s wieke en is zoon van Johan Alexander Gerth ‘Scheper Johan’ en Lena Tiben. Tot 1938 woont het echtpaar Gerth-Tiben in bij hun zoon Jans Gerth en Anne Nieters in het noordelijke stuk van de Westra’s wieke. ‘Zo’n 600 meter vanaf de Postweg’. Dan verhuizen ze allen naar de Smallegang in Klazienaveen. De Firma wil de grond afgraven en de huizen moeten plaats maken.
Harm Gerth en Lena Robben wonen aan het Scholtenskanaal oz, ten zuiden van de locatie waar nu de Outsiders hun clubhuis hebben. Noordelijker aan het kanaal staan de huizen van Jan Willem Tiben met dochter Lena Gerth, Oving en Luchies. Het echtpaar Tiben-Gerth krijgt meerdere kinderen, onder wie Johan. Vader Jan Willem Tiben overlijdt op jonge leeftijd. Hij heeft veel pech in zijn leven. Komt ongelukkig te vallen op het ijs, moet vaak opgenomen worden in ziekenhuizen en leeft de laatste jaren in de Veltmanstichting in Weiteveen. Voor de kinderen een dramatische ontwikkeling. Moeder Lena Gerth krijgt naderhand omgang met Willem Oving, eerst getrouwd met Antje Boers, die met zijn woonschip in één van de zijwijken ligt. Oving neemt naderhand het werk van Harm Gerth over.

 

Pagina's: 1 2 3 4 5 6

Leave a Reply