‘De Brugge’ van Barger-Compascuum Uit de Kroniek september 2011 Nieuw Dordrecht en Barger-Oosterveld liggen op het zuidoostelijke uiteinde van de Hondsrug, ten oosten van Emmen. Beide dorpen zijn vanuit het zand ontstaan. Verder naar de landsgrens toe lag tot voor honderd jaar het Bourtanger moeras, dat zich naar het oosten toe uitstrekte tot over de grens, tot de zandboorden van de Duitse rivier de Ems. Dit gebied heeft in nauwelijks een halve eeuw een metamorfose ondergaan. Het veranderde van een onbewoond en sompig moeras, waar slechts de scheper met zijn schaapskudde de weg wist, in een aangelegd dalgrondgebied, door de mens in cultuur gebracht. In 1874 koopt de Groninger vervener en aardappelmeelfabrikant W.A. Scholten het Smeulveen, dat direct grenst aan de Hondsrug. Hij laat rond die tijd vanuit het zuidelijker gelegen Van Echtenskanaal het Scholtenskanaal uitgraven. Hij wil het gebied afwateren, het veen afgraven en als turf verhandelen om vervolgens het achtergebleven land te ontginnen tot vruchtbare dalgrond. Deel van een kaart uit de handleiding bij de aardrijkskundige wandplaten van Nederland door R. Schuiling & J.M. de Feijter, XVII. Vervening te Emmer-Compascuum,1918. Langs het Scholtenskanaal loopt de weg naar Emmer-Compascuum (zie kaart) en in 1907 komt ook de tramverbinding vanuit Klazienaveen naar Munsterscheveld en Ter Apel gereed. Bij de zuidelijke schutsluis, Sluis II genoemd, vestigen zich een café, kruidenier en andere neringdoeners. Ook is hier een tramhalte. Naar het noorden toe, bouwt de hervormde gemeente zijn De Weerd kerk. Verder naar het oosten toe, ligt het gebied dat voor 1890 de naam ‘Compascuum’ draagt (zie kaart). Deze streek komt een kwart eeuw later aan snee. Het waterschap ‘Barger-Compascuum’ is opgericht in 1892 maar een concessie tot veenafgraving wordt pas in 1896 aangevraagd. Parallel aan het Scholtenskanaal wordt een hoofdkanaal, ‘het Verlengde Oosterdiep’ aangelegd en kanaalgravers beginnen al voor 1900 in Zwartemeer vanuit het Van Echtenskanaal in noordelijke richting te graven.  Vanuit het noorden, vanuit Emmer-Compascuum wordt het Hoofdkanaal en vervolgens het Oosterdiep in zuidelijke richting verlengd. In 1918 zijn beide kanaalgraversploegen dicht tot elkaar genaderd (zie op de kaart- het nog niet afgegraven stuk kanaal). De doorsteek is in 1921, daar waar in latere jaren de Nederlands hervormde kerk wordt gebouwd. Het Verlengde Oosterdiep is gereed en op de oostelijke wal komt de straatverbinding van Emmer-Compascuum naar Zwartemeer (het Verlengde Oosterdiep Oostzijde) te liggen. Inmiddels is ook het Limietwegkanaal gegraven. Tegelijkertijd worden zijwijken ‘zietwieken’ om de 200 meter in westelijke richting vanuit het hoofdkanaal aangelegd. De grootschalige vervening is begonnen in Barger-Compascuum. Duizenden mensen vinden werk in dit gebied en honderden schepen passeren de sluizen en bruggen. Vanuit Sluis II, aan het Scholtenskanaal loopt een pad in oostelijke richting. Het komt vanaf Nieuw Dordrecht, Heeren Dordt, de Herenstreek, Karrepad, Willem Albertsvaart en gaat als Postweg naar het pas gegraven Verlengde Oosterdiep. Hier wordt rond 1920 ‘de Brugge’ gebouwd en maakt een doorgaan tot aan de landsgrens mogelijk.De Postweg krijgt in 1923 zijn verharding, evenals het Verlengde Oosterdiep Oostzijde. Beide wegen krijgen een drie meter brede klinkerbestrating. De Brug over het kanaal en de drie meter      brede Verlengde Oosterdiep Oostzijde (bron; Compascuum, 1873-1948, JB Kuis, 1948). De Postweg en het Verlengde Oosterdiep Oostzijde vormen een kruispunt, bij de Brug. Hier ontstaat het nieuwe centrum van het dorp. Tot dan toe lag het centrum 500 meter naar het westen, daar waar op het bovenveen de oude houten openbare school (School O.L.O., zie kaart) was en de molen en de schuurkerk, die nu nog te zien is in het Veenpark. Ook stond hier het café van Jan Berend Wilken, later voortgezet door diens zoon en dochter, Geert en Angela ‘Engel’ Wilken. De streek ligt midden in de drukke vervening en een nieuw centrum vormt zich aan het kanaal, bij ‘de Brugge’. Het Verlengde Oosterdiep met rechts de Brug en de panden van textielhuis Westen en bakker Jonker. Links is het café De Groot, later Boerland, nu de Kloeck. Vooraan is duidelijk het scheepsjagerpad te zien. Tussen de beide panden door is een doorkijk naar het Duitse Hebelermeer (bron; eigen). Neringdoeners en andere bedrijven vestigen zich in de onmiddellijke nabijheid. Café en kruidenier De Groot (1919), vanaf 1929 Boerland, ertegenover Westen textiel en bakker Jonker. Het postkantoor van de familie Zwake komt op de zuidwestelijke hoek in het brugwachterhuis met verderop Café Bernard Wilken (1924). Bakker Jan Eilering vestigt zich in 1940 nog naast het brugwachterhuis. Terwijl de katholieke kerk (1923), school en meestershuis (1929) en verenigings-gebouw (1932) het vierkant kompleet maken.  De Brug met in het verlengde ervan de Postweg met links het       brugwachterhuis, eerder het oude postkantoor van de familie Zwake  en hier de winkel van groenteboer Bernsen. Verder de bakkerij van         Eilering later Lukkien, het latere postkantoor en café Bernard            Wilken. Tegenover is de kerk en school (bron; Willie Brijan). De grootschalige vervening duurt tot ongeveer 1950. De boeren ontginnen de bodem tot de vruchtbare dalgrond. Auto’s en vrachtauto’s vervangen alsmaar meer het vervoer per schip door de kanalen. Kanalen worden gedempt, bruggen gesloopt en de wegen verbreed. De Brug van Barger-Compascuum heeft tot 1970 dienst dan wordt het gedemonteerd en het kanaal hier dicht gegooid. Een dam komt in de plaats. In 2010 en 2011 gaat de dam op de schop. De gemeente Emmen renoveert het centrum van Barger- Compascuum en verandert het in share space- gebied. Daar waar eens ‘de Brugge’ lag, siert nu een mooi aangelegd plein het dorpscentrum. Het draagt de naam ‘de Dam’. De Brug met rechts de kerk met nog de toren van voor 1953 en links de school (foto; Pater Bernard van der Meer, 1952) Uithangbord met de naam van het plein (foto; eigen)