De grens over
Deel van de kaart ‘De Gemeente Emmen,
1867’ (bron; Hugo Suringar).
Oud pad door zuidelijk
Bargercompascuum
Reizigers en handelaren die in de tijd van
voor de vervening van het Bourtanger
moeras vanuit Drenthe naar het Eemsland of
nog verder midden-Duitsland willen, nemen
de weg over de meest zuidoostelijke uitloper
van de Hondsrug, over het Vastenow bij
Nieuw Dordrecht, in zuidelijke richting. Net
ten noorden van het latere Van
Echtenskanaal in Klazienaveen maakt dit pad
een bocht naar het oosten, richting de Runde.
Hier verlaat de reiziger de vaste ondergrond,
het zand en vervolgt zijn pad over het veen.
De militaire kaart van Hugo Suringar uit 1867 noemt de weg de ‘Veenweg naar Kolonie Hebeler meer’. Ten noorden van het meer
‘Hebeler Meer’ leidt de weg door het Wesuweermoor naar het hoger gelegen Wesuwe. In dit zanddorp splitst de weg in noordelijke
richting naar Haren of in zuidelijke richting naar Meppen of Hesepe-Dalum. De reiziger vindt hier aansluiting op de oude Duitse
‘Friesenweg’, het pad over de westelijke Emsoever dat sinds eeuwen de Ost-Friesen verbindt met de grotere steden in midden
Duitsland.
Friesenweg
Heinz Jacobs (1935-2012), leraar uit Lingen verhaalt over deze Friesenweg in zijn drieluik ‘Das Nordliche Emsland unter Münsters
Hoheit 1400-1680 (I), 1680-1795 (II) en 1795 bis 1910 (III)’. De Friesenweg gaat in de middeleeuwen door zijn geboortedorp Dalum.
Handelaren zijn onderweg van het noorden naar de grotere steden, zoals Münster, Osnabruck en Rheine en verderweg. Zij hebben
allerhande handel bij zich zoals potten, pannen, stenen maar ook zand en etenswaren. Ook worden in de herfst hele kuddes koeien
(Ochsen), die in Ost-Friesland geweid hebben, via dit pad in zuidelijke richting gedreven om in de grote steden geslacht te worden. In
Dalum is een halteplaats voor de beesten en een oversteekplaats door de Ems.
Bladzijde 8 uit dorpskrant Kompas, 1969, 13de jaargang no 6 met de
eerste bladzijde van de rubriek ‘Uit onze historie’ van Anton Dijck met de
situering van de Leebers en Boompjes Meerstal.
Heerendijk
F.A. (Anton) Dijck (1933-1996) heeft in 1969 en 1970 een rubriek in de
Bargercompascumer dorpskrant Kompas onder de naam ‘Uit onze historie’.
Hij beschrijft de omgeving en lokale ontwikkelingen in de tijd voor de
bewoning, dus voor 1860. Hij noemt een ander pad. Reizigers trekken door
het Bourtanger moeras van het Eemsland naar Drenthe en omgekeerd.
Vanuit Coevorden loopt een heirweg, Heerendijk genoemd in noordelijke
richting. Vanaf het zand bij Nieuw Dordrecht gaat het naar de Runde, de
Runde over en vervolgt zijn weg, over de oostelijke oevers, in noordelijke
richting. Een andere lokale historicus J.B. Berens noemt dit de Schoolweg-
noord. De Eerste Groenedijk in Emmercompascuum en de Weerdingerdijk
in Roswinkel sluiten zich hierop aan. Bij Ter Apel gaat de weg de grens
over, passeert Rütenbrock en gaat richting de Eems naar Wesuwe.
Zwarte Diek
Een afsplitsing van deze oude Heerendijk neemt vanaf het Vastenow de weg in zuidelijke richting.
“ De Zwarte Diek dan, vormde het traject tussen de Hondsrug en de grens. Zijn begin was op het eind van het Vastenow, ging dan in
oostelijke richting naar de grens en dan langs het Hebelermeer naar Wesuwe, van waaruit men naar alle richtingen verder kon
trekken. Hier en daar is deze oude handelsweg ook nu nog goed terug te vinden”,
zo schrijft Anton Dijck in dorpskrant Kompas (1969, 13de jaargang no 6). Feitelijk beschrijft hij de door Hugo Suringar genoemde
‘Veenweg naar Kolonie Hebeler meer’.
1/4
Ga naar de volgende pagina