Het handels- en vervenersgeslacht Hermann Engelbertus Janssen uit Werlte Grafzerk van Herman Engelbert Janssen op het kerkhof van Zandberg (foto; GS) Dit geslacht Janssen is afkomstig uit het Duitse Werlte. Werlte ligt op de Hümmling, een oorspronkelijk heidegebied dat 40 kilometer ten oosten van het grensdorp Ter Apel ligt. Het gebied is bekend om zijn huisnijverheid, die hier eeuwenlang heeft bestaan. De boeren laten op de heide hun schapen grazen, van de wol worden sokken en kousen gebreid. Handelaren ‘Strumpfverkäufer’ gaan ermee de grens over om de waar in Nederland te verkopen. Hermann Engelbertus Janssen trouwt met Marij Zienke Heine en zij verhuizen in de tweede helft van de 19de eeuw definitief naar het aangrenzende Groninger Westerwolde. Janssen heet van beroep koopman, winkelier, tapper en vervener. Zij zijn de grootouders van mijn oma aan moederskant, dus mijn over-overgrootouders. (Achter) kleinkinderen van hen maken naam als eigenaren van handelshuizen in Noord Nederland- Duitsland en in de vervening van het Duitse Fehndorf. Hollandgangers In de zeventiende en achttiende eeuw heerst grote armoede in het aan Nederland grenzende Noordwest Duitsland. Jongens verdienen in Nederland bij in de seizoenarbeid; als grasmaaiers in Friesland en Holland, als turfgravers in de oude veengebieden van Groningen, rondom Sappemeer en Veendam of als havenarbeider in de grote steden. Maar ook worden de huisnijverheidspullen in het welvarende Nederland te koop aangeboden. Heinz Menke (1935) meent dat de Hollandgang al bestaat sinds rond 1600, de Nederlandse gouden eeuw. Vanuit het zuidelijker gelegen Westfalen; Mettingen, Hopsten, Lingen, Beesten, Schapen en Teutoburger Wald gaan de ‘pakkiedragers’ en ‘kiepkerels’ als marskramers de grens over en bieden hun pakken en ander linnengoed te koop aan. Pakkie refereert naar het woord Pak, Tuug, Anzug dat voor kostuum staat (Heinz Menke). De handel wordt in een ‘kiep’, een korf gedragen en op de rug meegenomen. Op de arme zandgronden groeit hier vlas en van het linnen wordt thuis ‘Tuug’, ‘goed’ geweven en kleren genaaid. Ook Duitse handelaren vestigen zich definitief in het rijkere Nederland. Zo ontstaan de handelshuizen Peek en Cloppenburg, Vroom en Dreesmann, Brenninckmeijer van C en A. Maar ook dichterbij, zoals; Herenkleding Veerkamp in Hoogezand-Martenshoek of de families Lampe, Dröge, Kramer, Cramer in het Nederlands grensgebied. Vanuit het noordelijkere Hümmlinggebied gaan de ‘Strumpfverkäufer’ op pad naar Nederland. Hiertoe behoren ook leden van de familie Janssen uit Werlte. Jongens uit deze katholieke familie beginnen handelshuizen in Assen, Winschoten, Stadskanaal en Ter Apel. Zij verkopen onder andere ‘galanterie en manufacturen’, zoals het zo mooi heet. Jansen uit Werlte De- in mijn familie circulerende familiekroniek- begint in Werlte met ene Hermann Jansen, die getrouwd is met Elisabeth Nieman. Hun zoon Herman Engelbert is geboren in 1830. Hij trouwt eerst met Maria Angela Schulte (1835-1856) uit het Duitse Haren. Jansen is koopman van beroep. Zij wonen in de Nederlandse Horsten, daar waar na het uitgraven van het Stadskanaal het dorp Musselkanaal ontstaat. In 1856 overlijdt zijn vrouw na de geboorte van dochter Elisabeth. Jansen hertrouwt in Zandberg met Maria Gesina Heine die in 1837 geboren is in Zandberg. Haar naam wordt ook geschreven als Marij Zienke Heine. Herman staat dan te boek als koopman in Musselkanaal. In 1863 verhuizen ze naar Zandberg, mogelijk Jipsingboermussel en trouwen voor de Burgerlijke Stand in de gemeente Odoorn. Jansen geeft aan dat hij naast koopman ook winkelier en tapper is, later ook vervener. Hermann Engelbert Jansen overlijdt in 1907 in Zandberg. Zienke Heine sterft in 1926 in Valthermond. Op de begraafplaats van Zandberg staat het imposante grafmonument van Herman, waarbij zijn voornaam geschreven is met één n en zijn achternaam met twee ssen; Herman Janssen. De naam Engelbertus met roepnaam Bertus komt veel in het nageslacht voor. Tekst op het grafmonument van Herman Engelbert Janssen (foto; GS) Het geslacht Heine, Heijnen, Heijne van Limburg naar Schwartenberg. Marij Zienke Heine is dochter van Johann Casper Heine (1799 Schwartenberg- 1865 Zandberg) en Anna Gesina Botters (1797 Freren- Andervenne- 1873 Zandberg). Heine wordt verschillend geschreven; Heine, Heijne, Heinen, Heijnen enz. Dit echtpaar is in 1825 in Rütenbrock getrouwd maar later nog eens in Odoorn. Eerst hebben ze gewoond in Schwartenberg, later in Neudersum. Naderhand verhuizen ze naar Nederland-Zandberg. Hier wordt in 1837 Marij Zienke geboren. Hun zoon Johann Casper (1828-1916) wordt in 1828 in Neudersum geboren. Hij trouwt in 1859 met Marijke Damhuis (1836-1908) uit het Friese Franeker. Zij wonen in Zwartemeer-Barger-Compas-cuum, in het grensgebied en hebben veel nazaat. Johann Casper is weer zoon van Casper Heijnen, die in 1762 in het Limburgse Tull, gemeente Schinnen is geboren en Phenenna Bölscher (1768 Oberlangen- 1846 Schwartenberg). Casper Heijnen komt in de Napoleontijd (1795-1813) naar deze streek als ‘landschapssoldaat’, aldus Heinz Menke. Hij is één van de pionieren die zich in Schwartenberg- na 1788- gaat vestigen. Deze familie bewoont Plaatze 39. Dit is vanaf Rütenbrock de derde plaats aan de westkant van de Schwartenbergerweg. Casper Heijnen overlijdt hier in 1810. Op 15 augustus 1890 wordt Johannes Kasper Jansen tot priester gewijd in de Metropolitaankerk van Utrecht. Op 17 augustus doet hij zijn Plechtige eerste heilige Mis in de Sint Josephkerk van zijn geboorteplaats Zandberg (bron; 150 jaar Sint Josephparochie Zandberg 1843-1993) Verder met kinderen van Hermann Engelbert Janssen en Marij Zienke Heine Het echtpaar Janssen-Heine krijgt in Musselkanaal een dochter en een zoon, die al vroeg sterven. In Zandberg wordt Johannes Kasper geboren in 1864. Hij wordt priester. Zoon Johannes Hermannus (1867 Zandberg- 1928 Ter Apel) trouwt in 1892 (Odoorn) met Anna Angela Tieben (1870 Exloerveen- 1947 Ter Apel). Volgens Heinz Menke is hij geboren in Jipsingboermussel, vervener in Holland en koopt rond 1900 veengrond in Fehndorf. Ze wonen aan de Koningdwarsstraat in Ter Apel. Johannes Hermannus overlijdt in 1928. Engel Tieben is de laatste tien jaar van haar leven bedlegerig en wordt door haar vrijgezelle dochter Marietje verzorgd. Zij overlijdt in 1947. Zoon Gerardus Johannus (1869 Zandberg- 1935 Vetstukken) trouwt in 1902 (Odoorn) met Aleida Bols (1878 Maten- 1930 Vetstukken). Zij bewonen de boerderij op 2de Valthermond 2. Hier in Vetstukken wordt mijn oma geboren. Mijn moeder kan zich het gezin van haar grootouders aan moederskant goed herinneren. Mogelijk leeft het gezin op te grote voet. Een keer is een faillissement uitgesproken. Ze rijden in een mooie koets en vader draagt altijd een hoge hoed en zijn ‘glacé’ handschoentjes. De grafsteen van het echtpaar Jansen-Bols op het kerkhof van Zandberg. De tekst is; Bid voor de zielen van zaliger Gerardus Johannus Jansen. Geb. 18 juli 1869 te Zandberg overl. 2 mei 1935 te 2de Valthermond en zijn echtgenoote Aleida Bols. Geb. 1 april 1872 te Maten. Overl. 16 januari 1930 te Zandberg. Zij rusten in vrede (foto; GS) 1/5   Ga naar de volgende pagina