Skip to main content

pagina2

Detail van Sleeswijk’s kaart van Drenthe. De kaart, uit ongeveer 1920, toont het middendeel van de gemeente Emmen ten oosten van de zandplaatsen Emmen, Noord en Zuid Barge. Met School (niet de School in Barger-Compascuum) wordt bedoeld de eerste houten school van Klazienaveen-Noord en met het kruisje eronder de eerste houten kerk. Beide gebouwen staan op het bovenveen en liggen aan het oude pad vanuit Emmen naar het oostelijker gelegen Smeulveen (zie de kaart). Rood zijn de hoofdwegen en bruin de oude wegen over het bovenveen. Blauw zijn de kanalen en wijken. De lijn +.+., geheel rechts is de landsgrens.

De kaart
De kaart laat ons het deel van de gemeente Emmen zien tussen de oude zanddorpen Emmen, Noord Barge en Zuid Barge in het westen, de landsgrens in het oosten, de Emmerdennen en De Doorsnee in Emmer-Compascuum in het noorden en Nieuw Dordrecht en Barger-Compascuum in het zuiden. Vanuit Emmen en Noord Barge gaat een hoofdweg (weergegeven in rode kleur) in oostelijke richting. Tussen Den Oever en Seupiesveen zakt de weg af naar het zuiden naar Nieuw Dordrecht. In deze afbuiging splitst een pad zich af in oostelijke richting. De kaart geeft dit pad weer in een dunne bruine kleur. Dit moet de voorloper zijn van de latere Splitting. De ondergrond is hier nog zand. De weg passeert ten noorden van de katholieke kerk van Barger-Oosterveld (weergegeven met een +, het dorp wordt niet met naam genoemd), kruist op de overgang van zand naar veen de Veldweg. Hier wordt de ondergrond veen. Kort daarna is een knik in noordelijke richting en vervolgt het pad zijn weg naar het Scholtenskanaal en de tramlijn Klazienaveen-Emmer-Compascuum. Dit is ter hoogte van de plek waar nu de Margrietavaart ligt.
De latere uitgegraven Splitting neemt niet de knik in noordelijke richting, maar loopt rechtdoor en kruist het Scholtenskanaal en de tramlijn een driehonderd meter zuidelijker van de Margrietavaart.
Na de tramlijn wordt de eerste houten school (School) van Klazienaveen-Noord weergegeven en de eerste houten kerk (+). School en kerk staan op nog niet afgegraven grond. Het pad vervolgt zijn weg in oostelijke richting. Hier, in de buurtschap Voorste Compas aangekomen, gaat de weg verder in noordelijke richting naar De Doorsnee, Emmer-Compascuum en in zuidelijke richting naar Smeulveen en Barger-Compascuum.

Tramsplitting
Wethouder Roelof Zegering Hadders beschrijft in Pionier herdacht4 hoe Willem de Weerd regelmatig de weg van Klazienaveen-Noord naar het gemeentehuis in Emmen en vice versa fietst. 
Den weg, dien ook hij zoo ontelbaren keeren heeft gefietst, leidt ons door een prachtige omgeving, vol afwisseling. Van Emmen komen we in het mooie dorpje Angelsloo, dat nog zo volkomen het karakter draagt van een Hondsrug-dorp; hierna komen we in het overgangsgebied van Hondsrug en veen, en wanneer we dan in de tramsplitting zijn, is daar het veen- de groote vlakte waar zoo helemaal niets te zien is en waar de schaapherder nog ronddwaalt met zijn kudde. Veel is veranderd in die lange reeks van jaren, waarin de heer De Weerd dezen weg fietste, zaken doende in Emmen voor ‘zijn Klazienaveen-Noord’. De heide tusschen Angelsloo en Barger-Oosterveld is ontgonnen en het is nu allemaal groenland en bouwland wat daar ligt. Het veen-gebied wordt steeds kleiner, hoewel het nog wel jaren zal duren voor het in en bij de Tramsplitting is verdwenen’.   

Jacob Krikke
De winkelier-bakker Jacob Krikke is kleinzoon van de Dedemsvaartse vervener Jacob Krikke (sr). Laatstgenoemde verwerft rond 1874 grote stukken veen in de gemeente Emmen in Oranjedorp5. Grote stukken veen in het Oosterveen, ten oosten van de Bladderswijk. Krikke is in samenwerking met zijn plaatsgenoot Hendrik (Teuniszn) Visscher, Jacobs grootvader aan moederszij1, op zoek naar nieuwe stukken nog niet afgegraven veen. De verkopende partij is de Drentsche Veen- en Midden-Kanaal Maatschappij (DVMKM) die in 1853 het Oosterveen samen met het Smeulveen koopt van de markeboeren van Noord- en Zuidbarge. De DVMKM graaft het Oranjekanaal vanuit de Drentse Hoofdvaart dwars door Drenthe, maar maakt in die tijd grote verliezen. De ‘Oranjemaatschappij’ is genoodzaakt grote stukken veen te verkopen. De Groninger grootvervener Willem Albert Scholten wordt in hetzelfde jaar, 1874, eigenaar van het Smeulveen, het latere Klazienaveen-Noord.
De families Scholten en Krikke hebben kennis aan elkaar en zo komt kleinzoon Jacob Krikke uit het Overijsselse De Krim terecht in Klazienaveen-Noord. Eerst, rond 1902, in de winkel van Scholten als winkelier-bakker, maar later als zelfstandige ondernemer6.

Beeld van een schip in de Rotmanssluis en de beide panden met rechts de winkel van Jacob Krikke en links de bakkerij van Jannes Santing. Het gebied is nog leeg en kaal en de aangeplante bomen klein. Ik denk dat het ongeveer 1910 is. De foto staat ook afgedrukt in het boek Het veen, een kerk, de Veenkerk in 2004 geschreven ter gelegenheid van 100 jaar evangelisatievereniging Immanuël door Jan Klaster en Fritz Rosenbaum. Zij menen dat het Sluis II betreft. Roelof Seubers weet wel zeker dat het om de Rotmanssluis ‘Sluis III’ gaat en het pand rechts van Jacob Krikke is (foto: Roelof Seubers)

 Winkel bij de Rotmanssluis
Jacob Krikke bouwt rond geschat 1908 zijn winkel op het dal aan het Scholtenskanaal bij de Rotmanssluis. Was hij tot voor kort ook nog bakker, ik twijfel eraan of hij dat in zijn nieuwe pand nog doet. Waarschijnlijk laat hij de broodvoorziening van de buurt over aan zijn buurman bakker Johannes Santing, die zich in dezelfde tijd hier vestigt. 

In de periode tussen 1905 en 1919 krijgt het echtpaar Krikke-Thijs acht kinderen: Jacob (leraar MO geschiedenis Amsterdam), Willem (leraar Wassenaar), Hendrik (militair, gesneuveld in Oost Indië), Dirk (juwelier in Emmercompascuum en later Emmen), Hendrikus (opvolger winkelier), een levenloze baby, Trijntje en Antje. 

Pagina's: 1 2 3 4 5