Skip to main content

pagina4

Wat opvalt
De lijst bevat veel kruidenierswaren: melk, olie, zout, vet, spek, suiker, zeep enz. Daarnaast handelt hij in galanterie: potten, pannen, kommen, glazen, haarspelden, kammen en noem maar op. Veel stoffen, materiaal om kleren van te naaien en ander naaigerij gaan over de toonbank: bukskin, sanella, tusschenlinnen, pocheting, mouwvoering, dof keper, paardehaar, tusschenvoering, kapok, beddebont, baalzak, blauw wollen bever, vijfschacht en lint. Alles per el. Dan ook gordijnenstof en vitrage en beddestof. Noem maar op.
Ook wordt stoet (brood) verkocht, en beschuit. Maar niet opvallend veel. Zo te zien laat hij het broodbakken over aan zijn buurman Santing. Gehandeld wordt in diervoeders oa lijnmeel en ook allerlei soorten kippenvoer. Daarnaast levert Krikke kunstmest, super, Chili, kali en ammoniak aan de boeren en aan een enkele turf en aardappelen. Bepaalde klanten brengen turf, stro en aardappelen. Dit gaat dan weer af van de schuld.

De notities
De eerste notities zijn van 1 november 1911. Er moet eerder ook al een administratie geweest zijn. Dit kan wel kloppen. Al sinds geschat 1908 is Krikke hier winkelier. Meerdere keren begint de lijst met transport van een bedrag uit het vorige boek.
Als nummer één staat genoteerd J. Thijken. Zij wonen in het Voorste Compas. Een zevental klanten staan vanaf het eerste jaar beschreven. In 1912, 1913 en 1914 worden de meeste klanten voor het eerst genoemd. Het zwaartepunt van de handel is in 1919 en 1920. Na 1920 wordt het snel minder. Vanaf 1925 worden nagenoeg geen nieuwe namen genoemd. Bepaalde klanten hebben in de jaren voor 1920 ingekocht. De schulden worden jaarlijks in de eerste jaren na 1920 beetje bij beetje afbetaald. Het notitieboek vermeldt de volgende vertrekkende gezinnen: H Bijl, H Kievit, Henk Kremer, Pouwels, JH Trip, Hendrik Trip en F Woppenkamp. Dominee W de Weerd staat wel genoemd, hij heeft een eigen bladzijde, maar geen enkele notitie is gemaakt. Mag hij gratis inkopen doen of betaalt hij direct?
Over de jaren dertig staan geen notities of het moeten afbetalingen van schulden zijn. De laatste notities zijn van G Visser. Het gezin is in het voorjaar van 1942 klant. De voorlaatste notitie is de School met den Bijbel. Zij staan vanaf januari 1925 in het boek. De eerste notitie is 90 cent aan sigaren. Rookte de meester? Opvallend veel naaigerij wordt gekocht: breinaalden, stopgaas, koperband, schortebont, veterband, zoveel el feston, wit en gele katoen. Is dit voor het handwerken? Maar ook dweilen, kachelborstels, sponzen, zeemlappen en bezemstelen. Duidelijk voor de schoonmaak.
Ook een andere school wordt genoemd. Inkopen staan er van 1912 tot en met 1916. Is dit de voorloper van de School met den Bijbel, die in die jaren een openbare lagere school was.
De laatste notities zijn van mei 1943 van B Wessels Den Oever, die zijn schuld vereffent. Hij is ook degene die stro en aardappelen levert. Beschreven wordt in november 1944 de afbetalingen van Wicher Kuilder, in juli 1945 H Wessels, in januari 1949 en dec 1949 Koenraad Velema.

Conclusie
Het is duidelijk. In de eerste jaren na 1910 wordt hier veel veen vergraven. Het veenbedrijf viert hoogtij. Veel nieuwe mensen komen in het gebied wonen. De bewoning van de streek komt op gang. In de Eerste Wereldoorlog 1914-1918 is veel vraag naar turf als brandstof in de steden en voor de fabrieken. De grenzen van Nederland zijn dicht. Het is druk in de winkel van Krikke. Direct na 1918 is het anders. Buitenlandse kolen wordt massaal ingevoerd. De turf van 1919 blijft op het land staan en wordt niet verkocht. Crisis in de venen. Mensen verlaten na 1920 massaal het veengebied en verhuizen naar elders: Twente, Zuid Limburg, Eindhoven en andere streken. Zie de vertrekkende gezinnen. De omzet in de winkel van Krikke valt ver terug. Én het accent van de werkzaamheden van de firma verplaatst zich naar Klazienaveen-zuid. Daar waar het Scholtenskanaal ontspringt uit het Van Echtenskanaal ligt de bedrijvigheid. Daar staat de grote fabriek en daar wonen de meeste mensen. Klazienaveen groeit, maar Klazienaveen-Noord niet. Daar wordt het langzaam minder.

Veel geld onder de mensen
Er wordt zonder betalen ingekocht. Dit zien we in het boek. Afbetalen is zeer onregelmatig, soms twee keer per jaar, soms een keer, soms vaker. De boekhouding is zelden sluitend. Of de administratie is niet volledig. Het boek meldt zomerschuld, voorjaarsschuld en winterschuld. Ik heb zo’n vermoeden dat er veel geld onder de mensen is gebleven. Ook verhuizen bepaalde klanten naar elders. Ik denk dat nooit alle schulden zijn afbetaald. Dit verklaart waarom zo veel winkels in die tijd failliet gaan.

Waar wonen de klanten
Het merendeel van de klanten woont in Klazienaveen-Noord, aan het kanaal of in het veld. Aan de Catovaart staan op de oostkant negen huizen. Van noord naar zuid wonen hier de volgende families: De Groote, Bijl, J. Seubers, Van der Kaap, Bosma, Seubers, Klaster, Velema, De Jonge en Koops8.
Ook namen van bewoners van het Voorste Compas komen we tegen, zoals Reis, Thijken en Hoffard.
Voorste Compas is een buurtschap op het bovenveen, ten noordoosten van de Veenkerk ten oosten van de Runde. Andere klanten komen uit de Maatschappij oost en west. Oost: Frans Arling en Geert Heller. West: Geerdes, Exel, Bentlage (2 x Lutke en Grote) en Pranger. Deze huizen staan in de richting van Barger-Compascuum ten westen van de Runde. Of Compascuum Verum, Schoolweg-noord: Weusten (moet Wösten zijn) en wed. Wübkes. Zij wonen ten oosten van de Runde, ook weer in de richting van Barger-Compascuum. Ze zijn allen katholiek, evenals Berends uit Barger Oosterveld en de beide gezinnen Wessels in Den Oever. Van de katholieke mensen liggen de wortels in Duitsland. ‘Roomsche Poepen’ worden ze soms genoemd.

Verder met Jacob Krikke en de buurt bij de Rotmanssluis
Jacob Krikke is notabele van het dorp. Hij heeft zitting in het schoolbestuur9 en kerkenraad. Zijn echtgenote is hem al in 1934 ontvallen. In 1961 overlijdt hij. Volgens buurtgenote Truus Tübben-Van der Kaap (1957) doen daarna de vrijgezelle zoon Henk en dochter Trijn de winkel verder. Ze kan zich uit haar jeugdtijd de winkel nog herinneren. Hoge plafonds en ramen, toonbank, schappen en laden. Het is een echte ouderwetse kruidenierswinkel, maar ze verkopen ook klompen, touw en petroleum. Geen melk, daarvoor gaat melkboer Hinnek Alers uit Barger Compas rond in het dorp. Zelfs aan de school levert hij melk. Geen vlees, dat komt van slager Naaier van Emmer Compas.
In de tijd dat het kanaal dicht gaat en geen boten meer in de sluis blijven liggen, stopt de winkel. Zal geweest zijn rond 1968. Vanaf die tijd moeten de inwoners van deze buurtschap verderop hun boodschappen doen. De Centra-supermarkt van Engelage, daar waar de Foxel zich afsplitst van het Scholtenskanaal kan zich verheugen in meer klandizie10.

Pagina's: 1 2 3 4 5