Kommies’ zoon Theun van Zanden over zijn oorlogsjaren in Barger Compas en Zwartemeer door Gerard Steenhuis zomer 2016 Maandag 30 mei 2016 gaat tegen het eind van de middag in de praktijk de telefoon. ‘Ja, met Van Zanden uit Zaltbommel. Ik lees uw boek ‘145 jaar Bargercompascuum’. Een mooi boek, maar er staat een fout in. U schrijft op bladzijde 73 over een dubbelhuis in het centrum van Barger Compas, waarin een commies Van Asten woont’. Even valt er een stilte. ‘Die kommies was niet Van Asten, maar Van Zanden, mijn vader’. Mijn nieuwsgierigheid is gewekt. Nog dezelfde week op de vrijdagochtend zit ik in Zaltbommel aan de Johan de Wittstraat tegenover de beller: Theun van Zanden, en zijn echtgenoot Jeanne Groenendijk (1936 Woerden-Zegveld). De koffie smaakt goed na de twee uur durende rit vanuit Noord-Nederland naar Zaltbommel, net beneden de Waal. Van Zanden Theunis Tjamme van Zanden is geboren in 1933 in Bourtange. Zijn ouders zijn Jan Remmelt van Zanden uit Noordwolde (1902-1967 Emmen) en Aaltje de Vries uit Oudehaske (1903-2000 Heerenveen). Beide Friesen dus. Vader is grenswacht ‘kommies’ en werkt ten tijde van de geboorte van Theun in het Groninger-Duits grensgebied. Nog voor de oorlog komt vader te werken in Amsterdam, bij de inklaring van de schepen. Op eigen verzoek wordt hij in 1939 verplaatst naar de oostgrens van ons land. In Barger-Compascuum wordt hij meewerkend dienstgeleider bij de plaatselijke kommiezen. Het gezin bestaat uit vader, moeder, zus Jo of Joop, geboren in 1929 in Peperga (vlakbij De Blesse in Friesland), Theun, broer Bert, geboren in 1939 nog in Amsterdam. In 1941 wordt in Barger-Compascuum Lieuwe geboren. De kommiezen Jan Remmelt van Zanden (li) en Bruggeman voor het huis van Van Zanden in de eerste jaren van de oorlog Het gezin bewoont het huis aan de Verlengde Oosterdiep oz 106, in het centrum van het dorp, aan het kanaal en dichtbij de Brug. Tegenover staat de grote katholieke kerk en pastorie en schuin tegenover het brugwachtershuis, dat bewoond wordt door de familie De Jonge. Ze wonen te huur en hun huurbaas is Johann Heinrich Hartmann (1901 BC-1972 Hengelo), getrouwd met Maria Suzanna Hartmann (1901 BC-1983 Hengelo) uit Hengelo, die zelf, evenals zijn vrouw, een geborene Barger Compascumer is. Dit gezin Van Zanden is de eerste bewoner van het huis. Theun kan zich nog herinneren dat de waterput achter het huis geslagen is. Een wichelroedeloper heeft de juiste locatie aangewezen. Ook wordt vanaf de straat een elektriciteitskabel naar het huis getrokken. Moeder Van Zanden kookt namelijk op elektrisch. In het andere deel van het dubbele huis woont kapper Lux of Luuks Ronde, die er ook een kapsalon heeft. Naast Ronde is de winkel en het café van Hendrik Boerland. Aan de noordkant van het huis van Van Zanden staat de winkel, woonhuis en smederij van smid Heinrich Pragt. De winkel, smederij en woonhuis van de buren Pragt. De foto is niet uit de oorlogsjaren omdat in die tijd Pragt nog geen benzine aan de pomp verkocht Dit is de leefomgeving van de 6 jarige Theun van Zanden op het moment dat ze ‘op Compas’ komen te wonen. Hij kan zich nog herinneren dat ze met de bus van Emmen kwamen. Het eerste dat hem opviel was de zwartgele Tiktakreclame op het fietsenrek bij Boerland. Theun speelt met buurmeisje Truus Pragt. Samen met Truus gaat hij naar pastoor Hassink om sigarenbandjes te halen. Van de dienstmeid krijgen ze elk nog een appel. Minder is hij bij Boerland. Daar zijn ook kinderen van zijn leeftijd, maar vooral meisjes. De enige jongen daar wordt later priester. Het gezin Van Zanden is Nederlands hervormd en bezoekt de protestante kerk van Barger-Compascuum van dominee Mik. De kinderen gaan naar de protestante school van meester Verhoef. Verhoef woont bij de school (Verlengde Oosterdiep oz 71) en de dominee bewoont de pastorie bij de kerk. Tijdens de oorlog stort een Engels vliegtuig neer in het grensgebied. Waarschijnlijk in de buurt van de Verlengde Tweede Groenedijk. Een piloot landt met zijn parachute in het bewakingsgebied van vader. Van Zanden brengt de piloot naar dominee Mik. De parachute ligt nog geruime tijd op de zolder van de schuur achter de pastorie van ds. Mik. Bij Pragt is het gezellig. Als dan de oudere jongens van Pragt van de ambachtsschool thuis komen staat een pan met snijbonen klaar op de grote potkachel. Tinus en Johan Pragt eten hier met smaak van. Theun weet nog hoe hij hier honger van kreeg. Rondom de grote kachel is een ijzeren ring. De jongens laten hun kousenvoeten hierop rusten om zich lekker op te warmen. Collega’s van vader heten Klundert, Bruggeman en Reitsma. De beide eerstgenoemden wonen in bij de familie Pragt. Zo kon moeder Pragt een mooi centje bijverdienen. Kommies Reitsma is in de kost bij de familie Gepken op Limietweg 95. Later trouwt dochter Lies met hem. Theun gaat een keer met vader mee het grensgebied in. Bij Gepken blijven ze eten. Een grote pan met aardappelen staat op tafel. In het midden van de pan is een holletje gemaakt met smeltend eigengemaakte boter erin. Iedereen heeft een vork in de hand, prikt een aardappel aan en dipt in de boter en eet. Lies houdt een grote ronde stoet voor haar borst en snijdt dikke plakken brood af. Ze smeert er boter op en verdeelt het over de ‘aardappeleters’. Zo werd er gegeten in die tijd. ‘De eerste klas van de School met den Bijbel in 1941’, zoals de fotobezitter Sjoukje Zwart- Duinkerken het noemt. Van de achterste rij kent ze alle namen. De kinderen op de twee voorste rijen niet. Vlnr, achterste rij; Geertje Wachtmeester, Lammie Hoogeveen, Albertje Mulder, juffrouw Aten, dochter van de Emmer- Compascumer Harm Aten, Tiny Komduur, Netty Verhoef, dochter van het schoolhoofd, Sjoukje Duinkerken en Trienie de Vries. Theun van Zanden herkent zich in de jongen met de stropdas, voorste rij 4de van rechts. Ook Jans Visser moet erop staan 1/4   Ga naar de volgende pagina