Op zoek naar devotie in Heede Geschreven door Paul Straatsma voor het Dagblad van het Noorden van 6 juni 2015 Tussen 1937 en 1940 verscheen de heilige maagd Maria zo’n honderd keer aan vier meisjes in het Duitse Heede. Het maakte het dorp aan de Eems een bedevaartsoord. Gerard Steenhuis uit Barger Compascuum volgt de route die twee dorpsgenoten vlak na de oorlog aflegden. Welke route ze namen? Gerard Steenhuis waagt een gokje: ‘Waarschijnlijk fietsten ze net zoals wij eerst parallel aan de grens en staken ze hier bij Zwartenberg de grens over. Vervolgens gingen ze binnendoor over Rütenbrock en Walchum naar Heede. Zoiets, loopt wel los, die route…’ Wat doet het er ook toe: als we maar in Heede uitkomen. Bij een bedevaart is de bestemming immers heilig, niet de weg ernaar toe. En zolang we de Eems maar niet oversteken kan er weinig gebeuren… Immer gerade aus, toch? Stilaan mag het een traditie genoemd worden: elk voorjaar stuurt Gerard Steenhuis uit Barger Compascuum een e-mail met een voorstel voor een fietsroute. Vrijwel altijd leidt die route het Emsland in, naar de andere zijde van de grens – en vrijwel altijd is het de dag van de tocht mooi, om niet te zeggen tropisch, weer. Zo ook vandaag: het KNMI verwacht temperaturen boven de dertig graden. Elk jaar start de zomer dus in het Emsland: het passeren van de grens – en de geur van zonnebrandolie – maakt het hoofd licht en het vakantiegevoel compleet. Dit jaar heeft Steenhuis – daags fysiotherapeut, ’s avonds amateurhistoricus – zijn pijlen dus gericht op het Duitse Heede. Sinds Maria er in 1937 zou zijn verschenen aan vier meisjes is het dorp aan de Eems uitgegroeid tot een bedevaartsoord. Ook vanuit Nederland wordt het bezocht. Steenhuis tekende in zijn dorp het verhaal op van twee boeren die vlak na de oorlog de fiets pakten om in Heede de hoogmis bij te wonen: ‘Tussen het melken door en op een fiets zonder versnellingen.’ Die tocht maken we dus vandaag, gelukkig met versnellingen. Steenhuis is behept met de grens langs Zuidoost-Drenthe. Lang hield het veenmoeras Nederland en Duitsland gescheiden, maar toen het veen werd ontgonnen mengde de bevolking. Fietsend verteld Steenhuis over de Duitse boeren die op het veen boekweit verbouwden. ‘Wanneer de bodem was uitgeput trok men verder naar de grens – en als de Pruisische koning de dienstplicht instelde bouwden de boeren een keet er net overheen.’ De turfwinning is van een later tijdstip, daarin namen juist de Nederlanders het voortouw. De Duitsers namen het katholieke geloof mee. De kerken van Barger Compascuum, Weiteveen en noem de grensplaatsen maar op, zijn dan ook katholiek. Aan de Duitse kant van de grens is het katholieke zichtbaar door alle kapelletjes en kruisen die we tegenkomen. Fietsen maakt behalve benen ook verhalen los. Steenhuis is zelf ook van katholieke origine. Eenmaal was hij in Heede, als kind, meer dan een halve eeuw geleden inmiddels, met ouders, boers en zus in een afgeladen Volkswagen Kever. Sindsdien nooit meer. Het geloof raakte uit beeld maar begint inmiddels weer te trekken. Het zal de levensfase zijn, tijd voor reflectie, behoefte aan bezinning, noem maar op. Geen toeval dus dat de man naar Heede wil. Als we rond het middaguur klokken horen luiden, vertelt hij over een schilderijtje dat hij onlangs op de kop tikte. ‘Het toont een boer en boerin aan het werk op het veen. Ze gaan in gebed als ze om twaalf uur de klokken horen. Die hoed in de hand, die devotie: ik vind dat prachtig.’ Alle wegen leiden naar Rome – en niet naar Heede, helaas. We maken extra kilometers, hebben geen kaart bij ons: dom. Het bederft de vreugde echter niet, daar is de dag te mooi voor. Niet dat het landschap alleen maar pais en vree is – wat wil je met al die varkensschuren en windmolens. Vooral die laatste kunnen in de ogen van Steenhuis geen genade vinden: ‘Kijk waar je ze plaatst, weg van de huizen.’ Toch fietst het lekker door het Emsland. De omgeving is ongedwongen, authentiek. Maar het is dat u het weet: de routebeschrijving laat te wensen over, er wordt van de fietser zelfredzaamheid verwacht. Niet erg, een bedevaart mag best wat moeite kosten – en een heroïsch verhaal bij thuiskomst maakt het pas echt af. Heede, eindelijk we zijn er. De bordjes Gebetsstätte wijzen ons de weg naar de plek waar Maria verscheen aan Grete, Maria, Anni en Susanne. Dat deed de heilige maagd niet eenmaal; tussen 1937 en 1940 deed ze dat zelfs zo’n honderdmaal. Met alle gevolgen van dien. Gelovigen trokken naar Heede, maar de nazi’s waren daar niet van gediend. De kinderen werden verhoord en zelfs enige weken opgesloten in een psychiatrische inrichting. Op de begraafplaats – tot in de puntjes verzorgd – treffen we het graf van Grete. We knopen een praatje aan met een non, zelf op bedevaart, die weet te vertellen dat Maria nog leeft en dat Anni en Susanne waarschijnlijk elders zijn gaan wonen. Of zij nog leven? Ze heeft geen idee. Na een Strammer Max – een omelet met zoveel ham dat ik me medeschuldig voel aan al die varkensstallen – zetten we de terugreis in. Die verloopt via Westerwolde, altijd een zegen om er te mogen fietsen. We maken het ons gemakkelijk, volgen de borden naar Bourtange en daarvandaan de fietsknooppunten terug naar Barger Compascuum. Steenhuis wil nog wat laten zien: de Runde, de bovenloop van de Ruiten Aa. De beek is hermeanderd en er ligt een nieuw fietspad naast dat via Emmer Compascuum terugleidt naar ‘Barger Compas’. Rond de 100 km telt de teller inmiddels, meer dan voorzien en Steenhuis is inmiddels tot de conclusie gekomen dat hij het afgelopen voorjaar iets te veel achter de boeken en te weinig op de fiets heeft gezeten. ‘Neuropathie’, luidt de korte diagnose van de fysiotherapeut als hij weer even van het zadel gaat en de benen strekt, ‘wat een slooptocht…’ Inmiddels verheug ik me alweer op volgend jaar. Benieuwd waar de tocht dan naar toe gaat… In kaart Als amateur-historicus brengt Gerard Steenhuis de geschiedenis van Barger Compascuum en omgeving in kaart. Hij werkt aan een oeuvre dat inmiddels twee boeken behelst en een interessant weblog: www.achterdebreedesloot.nl Daar valt meer te lezen over de Runde, de Duitse trek naar de omgeving van Drenthe en de grenspalen langs Zuidoost-Drenthe.