De naamloze Vennootschap aardappelmeelfabriek ‘L’Esperance’ te Tripscompagnie, 1898-1923 (bron; Anderhalve eeuw aardappelzetmeelindustrie, E.J. van Houten, 1991). H.J. Lubberman vestigt zich in Bergentheim aan de Kloosterdijk en wordt met de algemene leiding belast. Hij overlijdt in 1917 en wordt opgevolgd door zijn zwager H. Geling. Het veen uit het Crullsveen, ten zuiden van Kloosterdijk, heeft niet de beste kwaliteit en het accent komt ook meer te liggen op de landontginning dan op de vervening. Met meerdere baggermachines wordt de veen-darg gebaggerd. Het motief van deze Groninger boerengeslachten om in Overijssel veengrond aan te kopen is de schaarste van landbouwgrond in de Groninger gebieden. Deze boeren voorzien voor hun kinderen-opvolgers een tekort aan landbouwgrond en beginnen veengebieden aan te kopen in noordoost Overijssel en zuidoost Drenthe. In ‘Een wereld van turf’ schrijft mr.drs.Wim Visscher erover. Hij schrijft op pagina 113-114;   “Bij de veiling van de gronden van de familie Crull (Neuenhaus, Dld) in 1906 werkten de vijf zwagers samen. Er werd afgesproken niet tegen elkaar op te bieden. Eén van hen had vervolgens geboden om het later onder elkaar te verdelen. Op deze manier is een groot gebied goedkoop in handen gekomen van de Groningers. Deze grote aankoop is in de pers niet bejubeld. De krant gaf als commentaar dat het beter was geweest dat individuele boeren zich hadden gevestigd, zoals het gebeurd was in De Krim”. Tot slot Helena Tecla Geling overlijdt op 17-4-1935 op 76 jarige leeftijd in Sappemeer, Bernardus Hermannus Steenhuis op 8-6-1936, eveneens te Sappemeer. Hij is dan 81 jaar. Waarschijnlijk woonde het echtpaar al jaren in Sappemeer. Van alle kinderen zetten Tecla, Joost en Marie deze tak Steenhuis door. Tecla verhuist naar de boerderij ‘Lamkuma’ in Uithuizermeeden en trouwt met de boer Severinus Scholtens. Joost trouwt met de Ter Apelse Johanna Aleida Wortelboer. Hij wordt vervener-boer in Zuidoost Drenthe, woont in Emmercompascuum maar heeft zijn land in Bargercompascuum. Zie de bijdrage; Joost Steenhuis in Zuidoost Drenthe. Marie blijft in de buurt, zij trouwt met Johannes Gerardus Wortelboer, scheepsbouwer in Hoogezand- Westerbroek. Bronnen. Hillenga, M., Boerderijenboek Oude Groningse Veenkoloniën (Groningen 2000). Houten, E.J. van, Anderhalve eeuw aardappelzetmeelindustrie (Barger Compascuum 1991). Steenhuisen, A.M., en F.K.Steenhuisen, Steenhuisen van Steenhuisheerd en andere gelijknamige Groninger geslachten (Ter Borg 1974). Steenhuizen, M., In en om het oude veenlust (Wildervank 1925?). Keuning, H.J., Dr., De Groninger veenkoloniën een sociaal-geografische studie (Amsterdam 1933). Kok, J., Grepen uit het verleden van de landbouw in de Groninger veenkolonien (Wageningen 1948) Visscher, W. Mr.drs., Historie van het Drents Californië. Zuidenveldse studies nummer 1 (Barger-Compascuum 1993). Visscher, W. Mr.drs., Rond de Runde. Turf, kunstmest en elektriciteit. Triptiek van de Turfindustrie (Nieuw Amsterdam 1997). Visscher, W. Mr.drs., Een wereld van turf. De Overijsselse turfindustrie en de veenondernemingen in de hoge venen van Overijssel  (Nieuw Amsterdam 2003). Internet; Stamboom familie Lubberman en Geling. Gesprekken met mw Martha Scholtens-Feddema uit Uithuizen, mw Thea Smeele-Wortelboer uit Maassluis, Hillebrand Wortelboer en Jaap Veerkamp uit Hoogezand. 4/4 Zie ook de bijlage